Tastbare sporen van een priester-missionaris

Een kazuifel, kelk en hostiesnijders in Damiaans geboortehuis

In de vernieuwde permanente tentoonstelling van het Damiaanmuseum (gedeelte geboortehuis) worden sinds kort enkele opmerkelijke voorwerpen uit het priesterlijk en missionair leven van pater Damiaan getoond: een paars kazuifel, een miskelk en drie hostiesnijders. Geen alledaagse voorwerpen, want wie zich even verdiept in hun oorsprong en betekenis ontdekt al snel hoe ze een menselijk verhaal vertellen over de toewijding van Damiaan tot zijn geloof en over zijn verbondenheid met de Hawaïaanse mensen die omwille van hun ziekte levenslang verbannen waren naar de leprakolonie op Moloka’i. 

Damiaan was priester-missionaris. Hij beschouwde dit als twee essentiële onderdelen van zijn identiteit en ondertekende zijn brieven consequent op die manier. Enerzijds leidde hij religieuze vieringen zoals we die vandaag nog kennen in kerken, maar anderzijds leefde hij ver van huis om mensen in kwetsbare omstandigheden bij te staan en waar mogelijk naar het katholiek geloof te leiden. Hij was pastoor, verpleger, bouwer, trooster en vriend van velen. Zijn dubbele roeping sprak uit elke vezel van zijn leven, en ook uit de voorwerpen die het museum toont.  

Als rondtrekkend missionaris op Big Island (van 1864 tot 1873) en later als pastoor op het schiereiland Moloka’i (vanaf 1873 tot aan zijn dood in 1889) bouwde en verbouwde Damiaan tal van kerken. Het toedienen van de sacramenten was de hoeksteen van zijn werk bij de zieken. En dan vooral de eucharistie, het centrale sacrament van het katholicisme, namelijk de viering waarin brood en wijn tot lichaam en bloed van Christus worden, en waaraan de gelovigen kunnen deelnemen door te communie te gaan. Ze ontvangen en eten dan het brood in de vorm van een hostie, een rond koekje van plat, ongerezen brood. Als missionaris moest Damiaan zijn hosties zelf bakken. Uit grote plakken deeg drukte hij met de snijders hosties uit: grote voor zichzelf, kleinere voor de gelovigen die samen met hem vierden.

Tijdens de eucharistieviering gebruikte Damiaan de wijnkelk die nu in de tentoonstelling te zien is, een eenvoudig gevormde missiekelk van verguld en verzilverd koper. Ze heeft een ronde voet met insnoeringen, een stam met peervormige nodus (verdikking op de steel) en een onversierde cuppa (beker). Ze was een geschenk van het Oeuvre Apostolique sous le patronage des saintes femmes de l’Évangile, een Franse vereniging van vrouwen die missionarissen steunde met gebed én met liturgisch textiel en vaatwerk. Zij werkten onder de bescherming van de heilige vrouwen uit het evangelie, zoals Maria Magdalena.

Een priester draagt tijdens het vieren van de eucharistie een ceremonieel gewaad: de kazuifel. In de liturgie of kerkdienst worden kleuren gebruikt tijdens verschillende feestdagen en periodes door het jaar. Tijdens de vasten- en adventstijd droeg pater Damiaan het paars kazuifel dat we tonen, vervaardigd uit fluweel en afgewerkt met versieringen in gouddraad. Aan de binnenzijde is nog steeds een etiket zichtbaar van het Oeuvre apostolique. Damiaan vroeg en ontving gewaden die door hen gemaakt waren via de procuur (de bevoorradingsdienst) van zijn kloosterorde in Honolulu.

Het kazuifel, de kelk en de hostiesnijders zijn stille getuigen van Damiaans priesterschap en van zijn dagelijks leven op Big Island en Moloka’i. Ze zijn symbolen van de man die zijn roeping als priester én missionaris tot in de vezels belichaamde. Hij voelde zich op die manier verbonden met zijn familie in Tremelo, zijn medebroeders van de kloostergemeenschap van de Paters van de Heilige Harten van Jezus en Maria, maar meer nog met de Hawaïanen en de zieken, die hij als zijn kinderen en vrienden beschouwde.

Nieuwsbrief

Wil je het laatste nieuws rond de werking van Damiaan en het Damiaanmuseum in je mailbox ontvangen? Aarzel dan niet om je in te schrijven op onze nieuwsbrief.

Inschrijven
Naar top